Herfstwandeling Velp 2006 — verslag
Herfstwandeling Velp 2006 — verslag
Door Kobold
Mijn dag begon al goed. De trein naar Arnhem had vertraging en dat betekende dat ik de bus naar Velp ging missen. Toen ik stond te wachten op de bus naar Velp (ruim een uur later), kwam Hobbes aangelopen. Wij dachten dat de groep wel rekening hield met de mogelijke vertraging en op ons zal wachten, we waren immers slechts een half uur te laat.
Maar zo simpel was het niet. De chauffeur van de bus was op de een of andere manier Klarendal ingereden en gaf toen hij een doodlopende weg inreed, toe, dat hij de weg helemaal niet kende. Hij kwam uit Assen, was zijn excuus. Dit zorgde voor nog veel meer vertraging omdat het met een touringcar moeilijk is te manoeuvreren in een wijk met zulke smalle straatjes. Na veel gescheld van medepassagiers (wij konden er enkel goed om lachen), kwamen we eindelijk op station Velp aan. Daar zagen we dat de groep nog op ons gewacht had.
Omdat ik het gebied niet zo heel goed kende en we nogal veel hebben gelopen weet ik de precieze route niet meer uit mijn hoofd, maar ik doe mijn best om het in goede volgorde terug te halen. Rond 12 uur ’s middags vertrokken we met de vriend van Alfsigr als onze gids. Eerst naar het Biljoen en het kasteel met gracht daarbij, waar het volksverhaal van Mooi An verteld werd.
De sage van Mooi An
Deze sage speelt zich af bij kasteel Biljoen te Velp, een van de oudste kastelen van Nederland. Zo stond op deze plek eerst een huis waarvan de dateringen teruggaan tot zeker 1047. Later is dit uitgebouwd tot een kasteel.
De sage die zich hier afspeelt, gaat over Mooi An. Mooi An had een korte verhouding met de heer van kasteel Biljoen, die niet zo weg was van vaste relaties. Zijn hele leven lang had hij al jonge meisjes bij hem laten intrekken, maar was hij op hen uitgekeken, dan gooide hij ze er net zo lief weer uit. Zo ook bij Mooi An. Het probleem was dat zij helemaal verliefd was geworden op de heer van Biljoen en zij was dus ontroostbaar. Maar de heer was hier niet gevoelig voor en heeft haar uit het kasteel gezet. Uit verdriet is Mooi An toen in de gracht van het kasteel gesprongen en verdronken.
Sindsdien verschijnt zij van tijd tot tijd nog boven het water van de gracht zwevend, om jonge, vrijgezelle mannen mee te lokken en te verdrinken. In de volkscultuur spreekt men van enkele mannen die hier op deze manier om het leven zijn gekomen.
Hierna volgden wij een beek die ons uiteindelijk bij de Helsberg bracht.
De Helsberg te Velp
Deze heuvel is 80 meter hoog en vormt de bron van de Beekhuizense Beek. Bovenop ligt een vijvertje.
De benaming ‘Helsberg’ gaat waarschijnlijk terug naar een heuvel waar de Germaanse godin Hel (of Holda) geloofd werd te vertoeven. Deze heuvel werd aan haar gewijd en was dus heilige grond voor onze voorouders.
Hel wordt door velen gelijk gesteld aan de gemalin van Wodan, haar Noord-Germaanse benaming is Frigg of Frigga. Verwarrend is, dat de Scandinaviërs deze gelijkstelling niet hebben.
Als we kijken naar de oorsprong van het woord ‘hel’ komen we bij het Gotische halia wat ‘de onderwereld’ betekent. Verder is het woord afgeleid van ‘helen’ (verbergen), wat ook weer wijst op een toegang tot een andere wereld en het dodenrijk. Wat dit niet bewijst, is of deze benaming reeds bij de Germanen in dit gebied al een begrip was of pas in christelijke tijd is verzonnen.
Het kan namelijk ook dat deze heuvel gewijd was aan een andere godin en dat de christenen in latere tijden dus dachten dat de duivel hierin huisde en dat het daarom een poort naar de christelijke onderwereld zou zijn. Deze onderwereld heeft een heel ander karakter dan de Germaanse Hel. Daarbij is in verschillende volksverhalen te vinden dat men in de middeleeuwse tijd nog bang was voor bijvoorbeeld hunebedden en ophopingen, zoals grafheuvels. Zo werd er verteld dat als je hier ’s nachts in de buurt kwam, je laatste uur wel eens geslagen kon zijn.
Volgens de Germanen huisden de doden in bergen of heuvels. De heuvel is namelijk in contact met zowel hemel als aarde. De godin der doden (Holda) leeft ook op een berg in Asgaard, waar de doden verblijven. In het volksgeloof bestaan nog verhalen over heuvels en bergen waar men rond een bepaalde tijd de doden kan horen. Zo is bij de Helsberg bekend dat in de tijd van Joel men het feestgedruis binnenin de berg kan horen.
Er zijn dus twee theorieën waarvan ik de eerste zeker niet uitsluit, toch is niet met zekerheid te zeggen waar de wortels liggen van de Helsberg.
Na een tijd door bos te hebben gelopen, kwamen we aan op de Posbank, een mooi stuk heide waar de Veluwe in het zuiden begint.
Verder deden wij de Emma-piramide aan waar velen van onze groep hun eigen huis of in ieder geval woonplaats konden zien. Zo zagen wij ook Montferland met daarachter de kerktoren van Elten en de koepel van de universiteit van Nijmegen.
De vriend van Alfsigr vertelde dat er maar 42 raven in Nederland waren en wij nu een gebied betraden waar er daar een paar van leefden. Hij had, net als Robert, een verrekijker bij zich. Minstens twee keer kon hij zijn vermoeden daarmee bevestigen: een raaf!
Op de Rozendaalse hei pauzeerden wij bij de brandtoren. Hobbes klom er meteen in en kwam er zonder kleerscheuren ook weer uit, enkel de laatste tree was hem teveel en zo gleed hij uit. Domicella had ambrosia-honingwijn mee, die vooral ik goed kon waarderen.
Wij verzetten onze reis richting Rheden, ons eindpunt, om daar op de bus richting Arnhem te stappen. Hiervoor zagen wij nog wilde runderen op een open veld dat ver van het pad af in het bos lag. Sebas wist te vertellen dat jagers daar botten van het geschoten wild neerleggen, dus wij gingen ook maar eens kijken. Een groot, lomp rund hield ons nauwlettend in de gaten. Ook al leek het alsof hij te lui was om een poot uit te steken, hielden wij toch maar enige afstand van hem en de rest van de kudde. Wij vonden erg veel botten (vooral van herten) en zelfs een hele ruggengraat. Ik zelf heb een onderkaak meegenomen.
Rond 7 uur ’s avonds troffen wij elkaar weer in de Störtebeker waar ook ElisaDay ons vergezelde. Na enkele biertjes en een hoop leuke gesprekstof was ik de eerste die de groep vertrok. Ik weet zeker dat de rest van de avond ook nog gezellig was.
Over het algemeen was het een enorm gezellige dag met een wandeling van ruim vijf uur. Ik heb enorm veel geleerd van verschillende mede-heidenen van wie ik sommige nog niet kende. Verder hebben we enorm veel vliegenzwammen gezien, waarvan ze juist zeggen dat ze nauwelijks nog voorkomen. We hebben zeker één raaf gezien, wat voor mij erg bijzonder is. Zeker voor herhaling vatbaar, moet ik zeggen.
Bronnen:
Schuyf, J.: Heidens Nederland
De Vries, J.: Etymologisch woordenboek. Utrecht: Aula Boeken (1967)
Kleijntjens, J., Knippenberg, H. H.: Van goden en helden. Groningen: J.B. Wolters’ U.M. (1924)
Sinninghe, J.R.W.: Gelders sagenboek. Zutphen: W.J. Thieme & Cie (1975)
Gerelateerde Artikelen
Heidense heiligdommen in Friesland
Heidense heiligdommen in Friesland Door Boppo Grimmsma Heiligdommen in de natuur Volgens de Romeinse …
Mede en de dichtkunst — mede, mythologie en poëzie
Mede en de dichtkunst Door Joris Magusanus afb.: Walkuren in voorname vrouwenkleding, de eerste en …
Verdiepingsteksten — langere essays over het Heidendom
Verdiepingsteksten Hieronder staan langere essays die dieper op de materie ingaan. Aan het eind van …