Sint Jan de Dooper — midzomertradities en volksgebruik

1 January 0001

Sint Jan de Dooper — midzomertradities en volksgebruik

Sint Jan de Dooper (24 juni) is de groote dag van het midzomerfeest met zijn offermaaltijden, en speelt daarom in het Germaansche volksleven een voorname rol. Reeds vroeg trad het geboortefeest van dezen heilige in verband met het midzomer-, of Zonnestilstandsfeest, en dit verband werd nauwer, naarmate men meer innerlijke beteekenis tusschen beide feesten meende te kunnen waarnemen. Zoo schrijft de H. Augustinus (Sermo 289):

“Opdat de mensch mocht vernederd worden, is heden Johannes geboren, nu de dagen beginnen af te nemen; opdat God verheven worde, is Christus geboren op dien dag, waarop de dagen beginnen te groeien.”

Zoo werd dan ook bijv. het gebruik, dezen dag in stroomend water te baden (vgl. bl. 223), aldus gekerstend, dat men het gebruik bijhield ter eere van ’s Heeren doopsel in den Jordaan. Zeer heilzaam is ook de Sint Jansdauw, het dauwtrappen op Sint Jansdag. Planten, dien dag geplukt, bezitten groote tooverkracht. Maar vooral de Sint Janstak pleit voor de overeenkomst tusschen het midzomerfeest en de meiviering, hetgeen elders uit de oprichting van een meiboom op Sint Jansdag blijkt. Het is een krans van groen en bloemen, dien men buiten tegen den muur van het woonhuis hangt, waar hij blijft hangen, tot hij verdord is. Dit gebruik bestaat o.a. te Vortum, Beers, Afferden, Waalre. Hij beschermt tegen onweêr en moet bestaan uit korenbloemen, notenblaren en Sint Janskruid: de noteboom is een bekend vruchtbaarheidssymbool, en het Sint Janskruid (Sedum iurpureum), ook “jaag den duivel” genoemd, heeft het vermogen, booze geesten te verdrijven. Te Duiven worden de huizen met noten- en rozentwijgen versierd.

Op Sint Jansnacht drijven, evenals op de Walpurgisnacht, de geesten hun spel: het is een der geheimzinnige toovernachten. Dan snijdt men de wichelroede, dan plukt men Sint Janskruid, dan durft de schipper niet uitvaren op het Haringvliet. Dan legt men doeken buiten, om den Sint Jansdauw op te vangen, en deze dauw geneest voortreffelijk bij oogziekte (Vortum). Herhaaldelijk komt Sint Jan ook voor in de volksweêrkunde. Als de koekoek roept na Sint Jan, komt duurte. — Vóór Sint Jan bidt om regen, na Sint Jan komt hij ongelegen. — Regent het na Sint Jan, dan kort (korrelt) het graan slecht, zegt men in Limburg.

Belangrijke mededeelingen over den oppe-rîd op Terschelling vindt men in Jaap Kunst’s Terschellinger Volksleven, bl. 5 vv. Oorspronkelijk was dit een rijdende processie ter eere van Sint Jan naar den op het oostelijk deel van het eiland gelegen, nog steeds zoo geheeten, Sint Janshoek. Later bleef de vorm behouden. De tweede Zondag na Sint Jan was de traditioneele datum, waarop de met bloemen getooide wagens naar Oostland reden om door de voorspraak van den heilige oogstzegen te verkrijgen.

Op enkele plaatsen bestaan nog de oude Sint Jansvuren, survivals van het groote zomeroffer: dit ten spijt van R. Kohler’s bewering, dat de Jansvuren in het Nederduitsche gebied niet gebruikelijk zijn (Kleinere Schriften III, Berlin 1900, bl. 603). Ook vertoonen zij vaak het karakter der noodvuren (bl. 129). Daags vóór Sint Jan gaan bijv. te Wichelen (O.-V.) de kinderen om brandhout rond, al zingende:

Hout, hout, timmerhout,
Wij komen om Sint Janshout;
Geeft een beetjen en houdt een beetjen,
Tot op Sint Peetersavond.

Elders:

Geeft eentwat,
En houdt eentwat,
Op Sinte Pieter nog eentwat.

Men vergelijke de uitdrukking in het Sint Maartenslied: “op Sint Jans manieren”, en “Geef wat, houd wat”.

Volgens Van de Velde, Feesten van het kerkelijk jaar (bl. 128), bestaat in België, klaarblijkelijk als survival van midzomervuur en -ommegang, plaatselijk nog het gebruik, een wiel (wagenrad) langs straten en wegen te rollen.

Over het Sint Janskruid, de Sint Jansbessen enz. vindt men heel wat merkwaardige gegevens bij A. De Cock, Spreekwoorden, gezegden en uitdrukkingen op het volksgeloof berustend I (Antwerpen 1920), bl. 37, 47, 73 enz.

Tot voor kort kende men in Noord-Brabant het gebruik van den Sint Janstros: eigenlijk drie trossen, uit verschillende bloemen en kruiden samengesteld en boven de deur opgehangen; zie Dr. H. Knippenberg, Eigen Volk, I (1929), I. 220.

De meeste Sint Jansvuren zijn echter overgegaan op Petrus en Paulusdag (29 juni), die ten deele nog in Hollandsch Limburg, maar vooral in België gevierd wordt, waar men om het vuur danst.


Gerelateerde Artikelen

Recensie: De Germanen — vertaling van Vincent Hunink

Recensie: Vincent Hunink — De Germanen (Tacitus’ Germania) door Boppo Grimmsma Cornelius …

Cultische vrouwenbonden bij de Germanen?

Cultische vrouwenbonden bij de Germanen? Door Boppo Grimmsma Vier Heksen - Albrecht Dürer - 1497 Het …

Mede en de dichtkunst — mede, mythologie en poëzie

Mede en de dichtkunst Door Joris Magusanus afb.: Walkuren in voorname vrouwenkleding, de eerste en …