Herkomst van de namen van onze weekdagen

1 January 0001

Herkomst van de namen van onze weekdagen

In het Romeinse rijk kende men een weekindeling waarin de eerste twee dagen naar Zon en Maan waren vernoemd; de volgende vijf dagen droegen namen van belangrijke Romeinse goden. Deze Romeinse namen werden later door de Germanen vrij vertaald en gekoppeld aan godheden uit hun eigen pantheon die overeenkwamen in karakter of positie.

  1. Dies Solis - Zon
  2. Dies Lunae - Maan
  3. Dies Martis - Mars
  4. Dies Mercurii - Mercurius
  5. Dies Jovis - Jupiter
  6. Dies Veneris - Venus
  7. Dies Saturnus - Saturnus

Zondag & maandag

In de derde eeuw na Christus namen de Germanen de weekindeling van de Romeinen over en vertaalden de Romeinse namen van de eerste twee dagen naar Zon en Maan. De daaropvolgende dagen werden vernoemd naar Germaanse goden die qua karakter of positie het dichtst in de buurt kwamen van de Romeinse goden.

Dinsdag

De Romeinse derde dag was vernoemd naar Mars, oorspronkelijk een voorname god die later vooral als krijgsgod werd gezien, maar ook beschermheer van akkers en vee kon zijn. De Germanen plaatsten hier Tiwaz (Tiw, Tyr, Tiu, Ziu) tegenover; zijn naam leeft voort in het Nederlands als dinsdag (met dialectvormen als dijsdag, dijsendag) en in het Engels als Tuesday.

Er zijn aanwijzingen dat sommige Germanen ook een “Mars Thincsus” kenden. Thincsus of Thingsus is afgeleid van ’thing’, een volksvergadering; de Germaanse god die met deze dag werd verbonden waakte over de volksvergadering en gaf juiste besluiten. Voor de Germanen waren ding en oorlog niet altijd strikt gescheiden: goden moesten toestemming geven voor veldslagen en beslisden over overwinning of nederlaag. Tiwaz was oorspronkelijk een belangrijke god geweest, later deels verdrongen door Wodan als opper- en krijgsgod. De wolf was eveneens aan hem gewijd.

Woensdag

De Romeinen noemden de vierde dag naar Mercurius, god van handel en reizigers. Tacitus vermeldt dat de Germanen Mercurius als hun hoogste god vereerden, maar de overeenkomsten zijn waarschijnlijk vooral positioneel: de Germaanse god die hier bedoeld werd is Wôdan (Oudengels Wôden, Oudnoors Odhinn). De extatische en krijgswoede-aspecten van deze god blijken ook uit woorden zoals het Oudnoorse ‘ôda’ en het Nederlandse ‘woeden’, en uit zijn rol als bezieler van dichters en tovenaars. In moderne talen vinden we dit terug in namen als woensdag (Nederlands), wednesday (Engels) en onsdag (Noors).

Donderdag

De Romeinse vijfde dag droeg de naam van Jupiter (Grieks Zeus), god van de hemel, donder en bliksem, beschermer van reizigers en handhaver van wetten en eed. De Germanen vonden een equivalent in Donar (Thunar, Thor), wiens macht net als Jupiter onder meer tot uiting kwam in donder en bliksem. Deze koppeling ligt vooral in dit gemeenschappelijke fenomeen. De naam leeft voort in donderdag (Nederlands), thursday (Engels) en torsdag (Noors).

Vrijdag

De zesde dag was bij de Romeinen vernoemd naar Venus, godin van vruchtbaarheid en liefde. De Germanen plaatsten Frija (Freya, Freja) tegenover Venus; ook zij was verbonden met vruchtbaarheid en liefde. Haar naam is verwant aan het Oudindische ‘priyâ’ (geliefde). Dit weerspiegelt zich in namen als vrijdag (Nederlands), friday (Engels) en fredag/freed (Noors/Fries).

Gedurende lange tijd werd vrijdag cultureel geassocieerd met boete en ongeluk, mede door christelijke invloeden. Er bestonden bijgeloof en rituelen rond op vrijdag geboren kinderen en andere gebruiken (bijvoorbeeld het vermijden van verhuizen op vrijdag). Voorbeelden van ongelukken op vrijdagen (zoals het treinongeval te Weesp op vrijdag 13 september 1918) voedden dergelijke overtuigingen.

Zaterdag

De zevende dag was bij de Romeinen vernoemd naar Saturnus, een landbouwgod. Het feest ter ere van Saturnus, de Saturnalia, viel ongeveer samen met het Germaanse Joelfeest: beide waren feesten rond de terugkeer van de zon. In het Nederlands en Engels (zaterdag, saturday) vinden we Saturnus direct terug. In het Fries en Duits zien we andere vormen: Fries ‘sneon’ (van Oudfries ‘snjoen’, samenvoeging van ‘sunne’ = zon en ‘joen’ = avond, dus letterlijk ‘zonneavond’) en het Duitse ‘samstag’ (verbastering van ‘sonnabendstag’).

Men kan de week ook symbolisch zien als een cyclus vergelijkbaar met de jaarcyclus: de godin van de vruchtbaarheid verdwijnt aan het eind van de herfst (vrijdag), verblijft in de winter (zaterdag) en wordt door de zon (zondag) weer bevrijd — een patroon dat terugkeert in volksverhalen zoals Roodkapje.

Runenkalender

Runenkalender van Gammalsvenskby (gevonden in de Oekraïne en van Zweedse herkomst).

Slot

Dit artikel was bedoeld om de herkomst van de namen van de dagen van onze week te achterhalen. Hoewel veel vragen beantwoord worden, rijzen er ook nieuwe vragen die buiten de oorspronkelijke opzet vielen. Enkele onderwerpen bleven onbelicht, zoals de bewering dat Germanen soms een week van negen dagen hanteerden, of lokale gebruiken rond de zaterdagavond (bijvoorbeeld de Duitse benaming ‘Frau-Hollen-abend’ en rituelen rond spinnewielen). Mogelijk kan het artikel in de toekomst worden uitgebreid; bijdragen zijn welkom.

Bronnen

  • Dr. Jan de Vries, Etymologisch woordenboek, 1964
  • Dr. N. Van Wijk, Franck’s Etymologische woordenboek, 1912 (verbeterde versie van die uit 1893)
  • Dr. Derolez, De godsdienst der Germanen, 1960
  • S.J. Van der Molen, Vrijdag de dertiende, 1979
  • Aat van Gilst, Wijze vrouwen en godinnen, 2001
  • Laurentius Knappert, De Holda mythen, 1887

Gerelateerde Artikelen

Recensie: De Germanen — vertaling van Vincent Hunink

Recensie: Vincent Hunink — De Germanen (Tacitus’ Germania) door Boppo Grimmsma Cornelius …

Krimgoten: geschiedenis en vondsten van de laatste Gotische bevolking op de Krim

De Krimgoten — geschiedenis, nederzettingen en archeologie Af en toe lees je een berichtje dat de …

Nehalennia-tempel laat Romeinse tijd herleven

Nehalennia-tempel laat Romeinse tijd herleven Artikel uit Provinciale Zeeuwse Courant van 10-07-2001 …